Een intrigerende titel voor een opleiding die u in de gelegenheid stelt om hulp te bieden aan een specifieke groep mensen, met een specifiek profiel: de snelle (Beeld)Denker en/of Hoogbegaafde Denker.
Deze mensen blijken een open sollicitatie te hebben lopen voor een diversiteit aan mentale en fysieke klachten tot op het punt van burn-out. Deze risicogroep blijkt slechts d.m.v. een specifieke benadering effectief corrigeerbaar.
Inleiding:
Professor Marc van Veldhoven hield op 20-04-2012, tijdens zijn aanvaarding van de leerstoel Werk, Gezondheid en Welbevinden aan de Tilburg University, het betoog dat er binnen het vakgebied van strategische HRM de aandacht voor de individuele werknemer te kort schiet.
Er moet “meer H in de strategische HRM”.(persbericht 16-04-2012 Tilburg University) Er wordt door de werkgever vaak gekeken naar de inspanning van alle werknemers gezamenlijk als een soort ‘arbeidspotentiaal’ dan naar de inspanning van de individuele werknemers. En dat terwijl werk uiteindelijk neerkomt op het bloed, zweet en tranen van individuen, en hun onderlinge afstemming. In strategisch HRM ontbreekt het hierdoor aan inzicht in het fundament van de beoogde organisatieprestaties: Het werkgedrag. Zonder dit fundament ‘gaat het strategisch HRM niet over mensen, maar over mensen heen’, aldus Van Veldhoven.
Binnen het HRM terrein blijkt er een briljante risico-groep te bestaan met een open sollicitatie voor een diversiteit aan mentale en fysieke klachten tot op het punt van burn-out. Deze risicogroep blijkt op specifieke persoonlijkheidskenmerken identificeerbaar en is slechts d.m.v. een specifieke benadering effectief corrigeerbaar.
Deze groep zouden we samen kunnen brengen onder de noemer: de Snelle (Beeld)Denker.
Prof. Dr. Daniel Kahneman (psycholoog en Nobelprijswinnaar) presenteert in zijn recentelijk uitgegeven boek: “Ons Feilbare Denken” (Oorspronkelijke titel: “Thinking, fast and slow”) het onderscheid tussen snel en langzaam denken. Uit een meerdere jaren durend onderzoek dat hij met collega Tverski deed naar de bias rond intuïtief (snel)denken definieert hij twee denksystemen: ‘fast thinking’ (het intuïtieve, associatieve, automatische Systeem 1) en ‘slow thinking’ (het moeizamer rationeel opererende Systeem 2).
Het intuïtieve snelle denken is snel door een dominant associatief denken wat we ‘beelddenken’ zullen noemen. Dit proces kan zowel nauwkeurig als onnauwkeurig zijn. Dit is sterk afhankelijk van de vaardigheden van de gebruiker. In ons eigen, reeds 25 jaar lopend, pragmatisch onderzoek hebben we kunnen vaststellen dat iedereen zijn leven ‘beelddenkend’ start, maar dat rond de lagere school leeftijd een duidelijke dominantie zichtbaar wordt voor systeem 1(snel denken) of 2(traag denken). Diegenen met dominantie voor systeem 1 komen vaak gedurende het onderwijstraject in zwaar weer, omdat dit niet voldoende aansluit bij hun perceptie. Diegenen die hier goed doorheen komen, blijken vaardige ‘snelle denkers’, maar vinden vaak nog steeds minder makkelijk aansluiting bij de dominant ‘traag denkers’ (systeem 2). Briljant in hun werk, creatieve perfectionisten, maar vaak moeilijk te volgen. Een kwestie van (mis)-communicatie. Maar een zeer specifiek communicatieprobleem. We hebben daar een praktische ‘tool’ voor hulpverlening en coaching voor kunnen ontwikkelen.
Achterliggende gedachte:
Een heel belangrijk perspectief, dat uit ons empirisch onderzoek naar voren kwam is, dat hulpverlening of begeleiding alleen optimaal effectvol kan zijn wanneer deze naadloos aansluit bij de belevingswereld van de hulpvrager. De begeleider zal de hulpvrager moeten ‘vinden’ in zijn eigen belevingswereld alvorens hem vanuit die plek te kunnen tonen hoe hij zelf zijn belemmeringen kan oplossen. Hoe beter de hulpverlener er in slaagt om een zo’n compleet mogelijk perceptie landschap, waaraan alle zintuigen deelnemen, in de communicatie te betrekken, deste meer mogelijkheden de hulpvrager krijgt tot implementatie. De resultaten zijn daar dan ook naar.
Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
Snel (beeld)denken (SB-denken) is een manier van informatieverwerking die zich het best laat omschrijven met een metafoor: Stel je voor dat je in je hoofd een groot bioscooptheater hebt, met vele zalen. In elk van die zalen draaien films, maar geen gewone films. Het zijn virtual realities, waar de SBdenker meteen in kan en in meespeelt. In die toestand is het volledige arsenaal aan zintuiginformatie betrokken. Men (her)beleeft wat er geprojecteerd wordt alsof het hier en nu gebeurt. In die 3D omgeving worden zaken afgewogen, uitgedacht, problemen opgelost en besluiten genomen. Dit gaat veel sneller dan dat het in redenatie te volgen of te verwoorden is. Een computer op high-speed. Tijdens zo’n ‘avontuur‘ zou er ook een (super)cooling moeten zijn. Helaas is de gedrevenheid van deze SB-denker vaak zo groot, dat die niet komt. Hij wil sneller dan zijn fysieke mogelijkheden bij kunnen houden en logischerwijs leidt dat op den duur tot (uitputtings)klachten.
Inhoud cursus:
De cursus die wij aanbieden gaat in op de belevingswereld van de SB-denker. Op grond van 25 jaar empirisch onderzoek en practise-based experience en op basis van de proprioceptieve waarneming van nobelprijswinnaar Sir Charles Scott Sherrington, bieden wij u een werkmodel om de risicogroep Snelle(Beeld)denkers te kunnen identificeren, zich met hen te verbinden in hun belevingswereld en te begeleiden naar een voor ieder van hen passende eigen oplossing van de problematiek. Maatwerk dus! In de beleving van de SB-denker is zowel lichaam als geest betrokken. Daarop moet hij dan ook aangesproken worden. Dit vraagt van de hulpverlener, dat hij deze vaardigheden ook in zichzelf ontwikkeld heeft. Hij zal ervaringsdeskundige moeten worden, wil hij voor de SB-denker aanspreekbaar zijn.
Lesopzet:
De cursus bestaat uit een ‘kennis’-deel en een ‘vaardigheden’-deel. Kennis is noodzakelijk als framewerk voor oriëntatie en terugkoppeling. Het geeft ook de bouwblokken om (be)grip te hebben. Het zijn echter de vaardigheden en de bereidheid tot loslaten van het denkkader, die de ‘flow’ in een begeleidingsproces bepalen. Daarom zullen er per kursusdag minimaal twee praktische lichaamsgerichte oefeningen aangeboden worden.
Cursusprogramma:
Het hele cursusprogramma bestaat uit een
Introductiefase, een hoofdfase en een onderhoudsfase.
Introductiefase:
De introductiefase bestaat uit een dag, waarin men kennis kan maken met het concept SB-denken. Dit zal gaan aan de hand van theoretische achtergrond, casuïstiek en praktische eigen ervaringsoefening.
Thema’s die aan de orde komen:
– identificatie van de snelle (beeld)denker
– terminologie en het werkmodel omtrent ‘snelle denkers’ ?- een paar ‘tools’ op basis van lichaamsgerichte interventie technieken ter begeleiding
Studiebelasting introductiefase:
6 contacturen
Hoofdfase:
Deze hoofdfase bestaat uit zes cursusdagen. Voorwaarde om deel te kunnen nemen is dat u de introductiefase heeft doorlopen en lesstof van deze fase praktisch heeft toegepast. Bij aanvang dient u ook een casus in te brengen waarvan u denkt dat deze kursusrelevant is.
De lesdagen zijn opgebouwd rond een powerpoint en een lesmap, die u bij aanvang ontvangt. Per keer zal deze aangevuld worden met het voor die dag behandelde thema.
Thema’s die aan de orde komen:
identificatie en inleven van het concept SB-denken
herkennen van de eigen manier van informatieverwerking
Uitdieping van het 3 niveau perspectief
Het belevingsgericht model voor het differentiëren van de ‘positie’ van de SB-denker. Ook te gebruiken als begeleidingsprotocol voor meting van verandering/vooruitgang.
– mindmapping
Ontwikkeling als ervaringsdeskundige
Per kursusdag zal de inhoud zich formeren rond een theoretische achtergrond, casuïstiek en praktische eigen ontwikkeling.
Van de deelnemer wordt verwacht dat hij per kursusdag een casus indient, waarin hij de kennis van het voorgaande thema geïmplementeerd heeft. De thuisopdracht hierover zal duidelijk gedefinieerd aangeboden worden.
Onderdeel van de 6e kursusdag is een evaluatiegesprek van de cursusleiders met de deelnemers, waarin elke deelnemer zijn bekwaamheid toont, reflecteert op zijn persoonlijke ontwikkeling en concludeert of hij/zij met de SD leerstof kan/wil werken.
Einddoel:
De deelnemer kan het SB-denken goed integreren in het eigen werkveld
De deelnemer kan het SB-denken goed integreren in de persoonlijke situatie
Certificering: (in voorbereiding).
Certificering wordt bepaald aan de hand van aanwezigheid, gemaakte opdrachten en eindtoets. E.e.a. moet minimaal met 6 punten afgesloten worden.
De certificering levert tevens de ‘scholingspunten’ op voor (her)registratie in de div. registers.
Studiebelasting hoofdfase:
24 studie-uren
36 contacturen
Onderhoudsfase:
de onderhoudsfase bestaat het uit een eerste jaar met drie terugkomdagen voor intervisie en verdieping. Het tweede en alle daarop volgende jaren volgt er één terugkomdag. Tijdens deze terugkomdagen worden uw de kennis en vaardigheden verder uitgediept en gevoed met de nieuwste updates
Deze onderhoudsfase is essentieel om de certificering te blijven onderhouden.
Studiebelasting onderhoudsfase:
1e jaar : 9 studie-uren; 18 contacturen
vervolg jaren: 6 contact-uren; 3 studie-uren per keer.
Algemene informatie:
Aantal deelnemers:
Voor alle fasen geldt: minimaal 12, maximaal 20 deelnemers.
Voor in-company cursussen bieden wij maatwerk, gebaseerd op uw behoeften. Neem contact met ons op voor een offerte.
Op al onze producten en diensten zijn onze Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie ook onze Privacy Statement en onze Disclaimer